Het godsdienstonderwijs onder druk

4 deskundigen in protestants godsdienstonderwijs om de situatie van het godsdienstonderwijs in de 3 taalgebieden van het land voor te stellen, een gelegenheid waaraan ze graag deelnamen. Hartelijk dank aan Eric Corthauts (PEGO, Nederlandstalig onderwijs), Dominique Heinen (godsdienstleerkracht in de Duitstalige gemeenschap), Laurence Druez en Bernard Locoge (CERPE, Franstalig onderwijs) voor het beantwoorden van onze vragen.

 

De tijd die wordt uitgetrokken voor godsdienstlessen varieert naargelang de taalgemeenschap. Momenteel is het 2 uur aan Nederlandstalige kant en 1 uur aan Franstalige kant, als onderdeel van het verplichte curriculum. Veel politici in beide gewesten willen deze uren echter verminderen of hun status wijzigen.

Het is duidelijk dat de verandering van 2 naar 1 uur aan Franstalige kant een achteruitgang is voor het godsdienstonderwijs. In het bijzonder heeft het de mogelijkheden voor uitwisseling en samenwerking tussen godsdienstleraren van verschillende geloofsovertuigingen verminderd. Toch is dit een kans om meer inzicht te krijgen in ons multiculturalisme, dat vaak wordt voorgesteld als zowel een uitdaging als een pluspunt. Vanuit dit oogpunt is de twee uur durende godsdienstles, zoals die nog steeds bestaat in Vlaanderen, een onmiskenbare troef voor het samenleven.

De overgang naar één uur is ook een groot probleem voor godsdienstleraren, die hun lesrooster verdeeld zien over verschillende instellingen. Zoals we weten heeft het beroep van leraar – en niet alleen godsdienst – moeite om nieuwe kandidaten aan te trekken. Veel jonge leraren geraken in hun eerste jaren al uitgeput en geven er de brui aan.

De politieke druk op godsdienstopleidingen is een gevolg van een seculariserende samenleving, die hand in hand gaat met een afname van het aantal godsdienstkenners, en dus potentiële leraren. Ook leerlingen hebben vaak minder kennis van de Bijbel en de religieuze cultuur dan vroeger. Als gevolg hiervan verandert de manier waarop we lesgeven.

Om de uitdagingen van het godsdienstonderwijs aan te gaan, benadrukken onze respondenten dat de school en haar leerlingen goed opgeleide, overtuigde en overtuigende leerkrachten nodig hebben – wat voor elk vak geldt. Bij de ARPEE zorgen we ervoor dat de kwaliteit van de opleiding en de ernst van de selectie gehandhaafd blijven en zelfs versterkt worden.

arrow